Nu je met unificatie in de natuurkunde de krachten kunt begrijpen, namelijk dat alle spanning komt omdat materie in verschil staat met de hemel, kun je ook verder gaan, zoals het begrijpen van scheikunde. De elementen zoals hierboven die zijn gevormd door de protonen en neutronen en elektronen kunnen ook uitgelegd worden met dit unificatie model. De elementen worden gevormd doordat de individuele deeltjes volledig in verschil en dus in spanning staan met de hemel en gaan daarom tegen elkaar leunen en vormen zo steeds grotere atomen. Staan ze eenmaal tegen elkaar, dan zijn ze ook stabiel en alleen als er grotere krachten dan de spanning met de hemel tussenkomt kan dit balans veranderd worden, bv de grote krachten binnenin sterren of zelfs exploderende sterren. Dit kun je nu dus begrijpen, waarom deze atomen gevormd worden, maar het gaat verder, want de kleur en de vorm en het gedrag van de elementen kan ook verklaart worden. Want behalve dat het verschil met de hemel de krachten en beweging van materie verklaart, verklaart het ook waarom metaal glimt als metaal of waarom koolstof zwart is of waarom het ene een gas is en het andere een vloeistof. Want de grote en positie van een atoom, spiegelt zich af tegen de hemel. Neem bv water, het is doorzichtig, beweegd voorzichtig omdat het watermolekuul naar voren is geplaatst.
En naar voren betekent confrontatie en dat is zwaar en daarom is water zoals water. Je kunt de karakter eigenschappen van de elementen en moleculen afleiden aan de positie die het inneemt in de hemel, het is direct. Er is een daadwerkelijke verklaring voor het ‘gedrag’ van materie, allemaal omdat het in verschil staat met de hemel. En dit gaat zelfs zover, zo direct, dat als je dit oefent je alleen nog maar de dingen hoeft te bekijken vanuit het oogpunt van de hemel en je begrijpt onmiddelijk waarom iets is zoals het is. Met de scheikunde kun je verklaren waarom molekulen bindingen maken, doordat ze elektronen delen. Je kunt voorspellen wat voor reacties zullen plaatsvinden tussen bepaalde stoffen, maar wat je niet kon is het begrijpen van de stoffen, dat kan nu wel. Goud is niet zomaar goud, een edel metaal omdat het al zijn schillen vol heeft met elektronen. Het is zoals goud omdat wanneer de schillen helemaal vol zijn, het volledig in balans staat, staande in de hemel.
En dat geeft het zijn karakter, de reflectie tegenover de hemel. Het is niet zomaar dode materie van deeltjes die tegen elkaar staan, het leeft, het is zoals jij, maar dan in een volledig andere positie. Je kunt je jezelf erin verplaatsen en begrijpen waarom iets van die maat en positie, een bepaalde trilling en kleur en gevoel opbrengt, omdat het in verschil met de hemel staat.